Ooit was Vinschgau het centrum van de graanproductie van Tirol, en graan was dan ook een belangrijk exportproduct. De landbouw bepaalde het leven van de mensen en het verbouwen van graan was daar een essentieel onderdeel van. Hierdoor kreeg Vinschgau ook de bijnaam “de graanschuur van Tirol”. Het graan, dat veel landbouwoppervlak in beslag nam, werd in de 20ste eeuw voor een groot deel vervangen door de meer winstgevende fruitteelt.

Tegenwoordig wordt de oude broodsoort “Vinschger Paarl”, gemaakt van plaatselijk graan, weer overal aangetroffen. De renaissance van natuurlijk voedsel heeft de boeren gestimuleerd om tarwe, rogge, boekweit en spelt te gaan verbouwen. Ooit werd rogge uit Vinschgau naar heel Europa geëxporteerd, maar tegenwoordig is het vooral boekweit dat het meest wordt gebruikt in de keukens van Zuid-Tirol. Ook nu nog gebruiken de bakkers in de vakantieregio Schlanders-Laas in Zuid-Tirol graag het natuurlijke, inheemse graan voor de producten van hun bakkerijen. Een van de grootste afnemers van graan uit Vinschgau is overigens het bedrijf PUNI in Glurns, de eerste en enige whisky-stokerij van Italië.

Tegenwoordig wordt er bij Tschengls en Laas vooral boekweit, rogge, tarwe en spelt verbouwd. Boekweit, in het plaatselijke dialect ook wel “Schwarzplent” genoemd, is in de regionale keuken zeer geliefd in nagerechten. Ter ere van de gele korenaren vindt elk jaar rond de oogsttijd het Jakobi-Feest plaats, met demonstraties van traditionele oogstmethoden op de Tilga-akker vlak bij de Ottilia-kerk in Tschengls.